Information über das Wort vagebonderen (Niederländisch → Esperanto: vagabondi)

Synonym: rondzwerven

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vagebondeer(ik) vagebondeerde
(jij) vagebondeert(jij) vagebondeerde
(hij) vagebondeert(hij) vagebondeerde
(wij) vagebonderen(wij) vagebondeerden
(jullie) vagebonderen(jullie) vagebondeerden
(gij) vagebondeert(gij) vagebondeerdet
(zij) vagebonderen(zij) vagebondeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vagebondere(dat ik) vagebondeerde
(dat jij) vagebondere(dat jij) vagebondeerde
(dat hij) vagebondere(dat hij) vagebondeerde
(dat wij) vagebonderen(dat wij) vagebondeerden
(dat jullie) vagebonderen(dat jullie) vagebondeerden
(dat gij) vagebonderet(dat gij) vagebondeerdet
(dat zij) vagebonderen(dat zij) vagebondeerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vagebondeervagebondeert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vagebonderend, vagebonderende(hebben) gevagebondeerd

Übersetzungen

Deutschvagabundieren; sich herumtreiben
Esperantovagabondi