Information über das Wort vloeren (Niederländisch → Esperanto: ĵeti sur la grundon)

Synonyme: neergooien, neerwerpen, tegen de vlakte slaan

WortartVerb
Aussprache/ˈvluːrə(n)/
Trennungvloe·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vloer(ik) vloerde
(jij) vloert(jij) vloerde
(hij) vloert(hij) vloerde
(wij) vloeren(wij) vloerden
(jullie) vloeren(jullie) vloerden
(gij) vloert(gij) vloerdet
(zij) vloeren(zij) vloerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vloere(dat ik) vloerde
(dat jij) vloere(dat jij) vloerde
(dat hij) vloere(dat hij) vloerde
(dat wij) vloeren(dat wij) vloerden
(dat jullie) vloeren(dat jullie) vloerden
(dat gij) vloeret(dat gij) vloerdet
(dat zij) vloeren(dat zij) vloerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vloervloert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vloerend, vloerende(hebben) gevloerd

Gebrauchsbeispiele

Toen de laatste agent gevloerd was, wist een van de anderen zijn revolver te trekken en vanaf de plaats waar hij lag op Tarzan te vuren.

Übersetzungen

Englischfloor
Esperantoĵeti sur la grundon