Information über das Wort dagreis (Niederländisch → Esperanto: tagvojo)

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈdɑxrɛi̯s/
Trennungdag·reis
Geschlechthistorisch weiblich, heutzutage auch männlich
Mehrzahldagreizen

Gebrauchsbeispiele

Dit klooster lag op ongeveer een dagreis afstand van het verwoeste kasteel Torquilstone en de Jood had gehoopt het voor het invallen van de duisternis te bereiken.
En omdat er geen bepaalde god genoemd was, en deze tempel maar een dagreis van het paleis was, brachten ze mij hierheen.

Übersetzungen

Englischtrip
Esperantotagvojo
Portugiesischjornada