Information über das Wort dienaar (Niederländisch → Esperanto: servisto)

Synonyme: bediende, dienstknecht, dienstman, knecht, gedienstige

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈdinaːr/
Trennungdie·naar
Geschlechtmännlich
Mehrzahldienaren, dienaars

Gebrauchsbeispiele

Het volstrekt ledige in de trekken van de trouwe dienaar kwam in het schemerachtige licht goed tot zijn recht.
Niet langer zal ik dienaar zijn.
Ik vreesde al dat zij dienaren van de Vijand waren.

Übersetzungen

Afrikaansbediende
Dänischknægt; tjener
DeutschBursche; Diener; Gehilfe
Englischservant
Englisch (Altenglisch)þegen; þegn; þeow; cniht; esne
Esperantoservisto
Färöerischhúskallur; tænari
Französischdomestique; serviteur
Griechischακόλουθος
Isländischþjónn
Italienischservire
Lateinambactus; anculus; calo; cliens; minister; famulus
Malaiischjongos; pelayan
Papiamentokriá
Portugiesischcriado; servente; servidor
SaterfriesischBurse; Burske; Knächt; Tjooner
Schottisch Gälischsearbhanta
Schwedischbetjänt; dräng; tjänare
Spanischcriado; sirviente
Sranandiniman
Suahelimtumishi
Tschechischsluha
Westfriesischbetsjinder; feint