Information über das Wort verkleuren (Niederländisch → Esperanto: senkoloriĝi)

Synonyme: vaal worden, verschieten

WortartVerb
Aussprache/vərˈklørə(n)/
Trennungver·kleu·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verkleur(ik) verkleurde
(jij) verkleurt(jij) verkleurde
(hij) verkleurt(hij) verkleurde
(wij) verkleuren(wij) verkleurden
(jullie) verkleuren(jullie) verkleurden
(gij) verkleurt(gij) verkleurdet
(zij) verkleuren(zij) verkleurden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verkleure(dat ik) verkleurde
(dat jij) verkleure(dat jij) verkleurde
(dat hij) verkleure(dat hij) verkleurde
(dat wij) verkleuren(dat wij) verkleurden
(dat jullie) verkleuren(dat jullie) verkleurden
(dat gij) verkleuret(dat gij) verkleurdet
(dat zij) verkleuren(dat zij) verkleurden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verkleurverkleurt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verkleurend, verkleurende(zijn) verkleurd

Übersetzungen

Deutschentfärben; die Farbe verlieren; verschießen
Englischfade
Esperantosenkoloriĝi