Information über das Wort redden (Niederländisch → Esperanto: savi)

Synonym: behouden

WortartVerb
Aussprache/ˈrɛdə(n)/
Trennungred·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) red(ik) redde
(jij) redt(jij) redde
(hij) redt(hij) redde
(wij) redden(wij) redden
(jullie) redden(jullie) redden
(gij) redt(gij) reddet
(zij) redden(zij) redden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) redde(dat ik) redde
(dat jij) redde(dat jij) redde
(dat hij) redde(dat hij) redde
(dat wij) redden(dat wij) redden
(dat jullie) redden(dat jullie) redden
(dat gij) reddet(dat gij) reddet
(dat zij) redden(dat zij) redden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
redredt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
reddend, reddende(hebben) gered

Gebrauchsbeispiele

Red jezelf!
Ge hebt mij ook mijn leven gered, vriend.
Ik ga de wereld redden.
Als je de waarheid vertelt, red je het leven van je helpers.
Hoe zij ons konden redden, was mij niet duidelijk.
Hij liet het verder aan haar over en keerde naar de tafel terug om een glas van de geredde whisky te halen.
Maar op het hulpgeschrei van het jongetje kwam de hond van de schaapherder aanlopen, en redde het kind.

Übersetzungen

Afrikaansred
Dänischbeholde; redde
Deutschretten; erlösen; erretten
Englischrescue; save
Englisch (Altenglisch)ahreddan; sparian
Esperantosavi
Färöerischbjarga
Finnischpelastaa
Französischsauver
Italienischsalvare
Katalanischsalvar
Luxemburgischbiergen
Papiamentosalba; skapa
Portugiesischpoupar; salvar
Saterfriesischlööse; rädje
Schwedischrädda
Spanischsalvar
Suaheli‐afua
Tschechischspasit; zachránit; zachraňovat
Westfriesischrêde; sparje