Information über das Wort terugkrijgen (Niederländisch → Esperanto: rericevi)

Synonyme: terughebben, terugontvangen, recupereren

WortartVerb
Aussprache/təˈrɵxkrɛi̯ɣə(n)/
Trennungte·rug·krij·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) krijg terug(ik) kreeg terug
(jij) krijgt terug(jij) kreeg terug
(hij) krijgt terug(hij) kreeg terug
(wij) krijgen terug(wij) kregen terug
(jullie) krijgen terug(jullie) kregen terug
(gij) krijgt terug(gij) kreegt terug
(zij) krijgen terug(zij) kregen terug
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) terugkrijge(dat ik) terugkrege
(dat jij) terugkrijge(dat jij) terugkrege
(dat hij) terugkrijge(dat hij) terugkrege
(dat wij) terugkrijgen(dat wij) terugkregen
(dat jullie) terugkrijgen(dat jullie) terugkregen
(dat gij) terugkrijget(dat gij) terugkreget
(dat zij) terugkrijgen(dat zij) terugkregen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
terugkrijgend, terugkrijgende(hebben) teruggekregen

Gebrauchsbeispiele

Zij verwachtte ieder ogenblik haar geheugen terug te krijgen, maar helaas gebeurde dit niet.
De banken krijgen vaak als eerste hun geld terug.

Übersetzungen

Deutschherausbekommen
Englischget back
Esperantorericevi
Französischrécupérer; retirer