Information über das Wort overdoen (Niederländisch → Esperanto: refari)

Synonym: overmaken

WortartVerb
Aussprache/ˈovərdun/
Trennungover·doen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) doe over(ik) deed over
(jij) doet over(jij) deed over
(hij) doet over(hij) deed over
(wij) doen over(wij) deden over
(jullie) doen over(jullie) deden over
(gij) doet over(gij) deedt over
(zij) doen over(zij) deden over
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) overdoe(dat ik) overdede
(dat jij) overdoe(dat jij) overdede
(dat hij) overdoe(dat hij) overdede
(dat wij) overdoen(dat wij) overdeden
(dat jullie) overdoen(dat jullie) overdeden
(dat gij) overdoet(dat gij) overdedet
(dat zij) overdoen(dat zij) overdeden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
doe overdoet over
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
overdoend, overdoende(hebben) overgedaan

Gebrauchsbeispiele

Hij wil dat het hele proces in Lima over wordt gedaan en eist daarnaast een schadevergoeding van 10 miljoen euro.
Want natúúrlijk zou ik het niet over willen doen.
Dat moet allemaal nog een keer overgedaan worden en vlug ook.

Übersetzungen

Deutschwieder tun; wiederholen; neu machen; neu gestalten
Englischrepeat
Esperantorefari
Französischrefaire
Portugiesischrefazer