Information über das Wort verkleinen (Niederländisch → Esperanto: plimalgrandigi)

Synonym: kleiner maken

WortartVerb
Aussprache/vərˈklɛi̯nə(n)/
Trennungver·klei·nen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verklein(ik) verkleinde
(jij) verkleint(jij) verkleinde
(hij) verkleint(hij) verkleinde
(wij) verkleinen(wij) verkleinden
(jullie) verkleinen(jullie) verkleinden
(gij) verkleint(gij) verkleindet
(zij) verkleinen(zij) verkleinden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verkleine(dat ik) verkleinde
(dat jij) verkleine(dat jij) verkleinde
(dat hij) verkleine(dat hij) verkleinde
(dat wij) verkleinen(dat wij) verkleinden
(dat jullie) verkleinen(dat jullie) verkleinden
(dat gij) verkleinet(dat gij) verkleindet
(dat zij) verkleinen(dat zij) verkleinden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verkleinverkleint
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verkleinend, verkleinende(hebben) verkleind

Gebrauchsbeispiele

Dat risico moeten we nemen, maar we kunnen het verkleinen door zoveel mogelijk nachtvluchten te maken.

Übersetzungen

Deutschverringern
Englischmake smaller
Esperantoplimalgrandigi