Information über das Wort bezielen (Niederländisch → Esperanto: animi)

Synonyme: animeren, verlevendigen

WortartVerb
Aussprache/bəˈzilə(n)/
Trennungbe·zie·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) beziel(ik) bezielde
(jij) bezielt(jij) bezielde
(hij) bezielt(hij) bezielde
(wij) bezielen(wij) bezielden
(jullie) bezielen(jullie) bezielden
(gij) bezielt(gij) bezieldet
(zij) bezielen(zij) bezielden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) beziele(dat ik) bezielde
(dat jij) beziele(dat jij) bezielde
(dat hij) beziele(dat hij) bezielde
(dat wij) bezielen(dat wij) bezielden
(dat jullie) bezielen(dat jullie) bezielden
(dat gij) bezielet(dat gij) bezieldet
(dat zij) bezielen(dat zij) bezielden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
bezielbezielt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bezielend, bezielende(hebben) bezield

Gebrauchsbeispiele

Waar het te voorschijn kwam was een overvloed aan recent verlaten lichamen, dus het wezen nam bezit van een van de lijken, bezielde het en maakte zich uit de voeten.

Übersetzungen

Deutschbeseelen; Seele einhauchen
Englischanimate
Esperantoanimi
Französischanimer
Italienischanimare
Portugiesischagir como mestre de ceremónias; animar; dar acção; dar entusiasmo; dar movimento; inspirar
Ungarischanimál