Information über das Wort zeeman (Niederländisch → Esperanto: maristo)

Synonyme: janmaat, varensgezel, zeevaarder, varensgast

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈzemɑn/
Trennungzee·man
Geschlechtmännlich
Mehrzahlzeelui, zeelieden

Gebrauchsbeispiele

33 Russische zeelieden worden vermist sinds de aanval op het marineschip Novočerkassk van dinsdag.
Aanvankelijk dacht Arglistig dat het een stelletje zeelui was, omdat die nogal eens samen op stap gaan.
Een schip kan altijd een goede zeeman extra gebruiken.
Hij en Menkara namen erin plaats, samen met nog eens acht zeelui.
De zeelieden maken het elkaar heus niet zo lastig.
Dat is nu eenmaal zo bij Fransen en vooral bij zeelui.
Plotseling, aan het einde van de haven, werd hij door een zeeman aangesproken.

Übersetzungen

Afrikaansseevaarder
Dänischsømand
DeutschSeemann; Matrose
Englischsailor; mariner; seafarer; seaman
Englisch (Altenglisch)flota; lidmann
Esperantomaristo; marveturisto
Färöerischsjómaður
Französischmarin
Griechischναυτικός
Isländischháseti
Italienischmarinaio
Katalanischmariner
Lateinnauta
Niederdeutschseyvårder
Norwegischsjømann
Papiamentomarinero; nabegante
Portugiesischmarinheiro
SaterfriesischFoarensmon; Seemon
Schottisch Gälischseòladair
Schwedischsjöman
Spanischmarinero
Tschechischnámořník
Türkischbahriyeli
Walisischllongwr
Westfriesischseeman