Synonyme: boel, hoop, massa, menigte, schaar, schare, tas, troep
Wortart | Substantiv |
---|
Aussprache | /drɔm/ |
---|
Trennung | drom |
---|
Geschlecht | männlich |
---|
Mehrzahl | drommen |
---|
Het voertuig remde krachtig, en een drom ambtenaren sprong naar buiten.
Ik keek over de leuning en zag een drom wachters bij de ingang tot de troonzaal, samen met de massieve gestalte van Gérard.
Toen hij zag dat de drom goudzoekers de achtervolging had ingezet, begon hij als een wildeman te schieten.
Vooral de welgestelden kwamen in drommen.
De mannen stonden in een dichte drom om hun leider heen.