Information über das Wort vervloeken (Niederländisch → Esperanto: malbeni)

Synonyme: vermaledijen, verwensen

WortartVerb
Aussprache/vərˈvlukə(n)/
Trennungver·vloe·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vervloek(ik) vervloekte
(jij) vervloekt(jij) vervloekte
(hij) vervloekt(hij) vervloekte
(wij) vervloeken(wij) vervloekten
(jullie) vervloeken(jullie) vervloekten
(gij) vervloekt(gij) vervloektet
(zij) vervloeken(zij) vervloekten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vervloeke(dat ik) vervloekte
(dat jij) vervloeke(dat jij) vervloekte
(dat hij) vervloeke(dat hij) vervloekte
(dat wij) vervloeken(dat wij) vervloekten
(dat jullie) vervloeken(dat jullie) vervloekten
(dat gij) vervloeket(dat gij) vervloektet
(dat zij) vervloeken(dat zij) vervloekten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vervloekvervloekt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vervloekend, vervloekende(hebben) vervloekt

Gebrauchsbeispiele

Jullie dorp is vervloekt door de goden!

Übersetzungen

Deutschverfluchen; verwünschen; verdammen; fluchen
Englischcurse; imprecate
Esperantomalbeni
Französischmaudire
Portugiesischamaldiçoar
Saterfriesischferwonskje
Schwedischförbanna; fördöma
Srananfruku
Türkischbeddua