Information über das Wort verafschuwen (Niederländisch → Esperanto: malamegi)

Synonyme: een afschuw hebben van, verfoeien

WortartVerb
Aussprache/vəˈrɑfsxyʋə(n)/
Trennungver·af·schu·wen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verafschuw(ik) verafschuwde
(jij) verafschuwt(jij) verafschuwde
(hij) verafschuwt(hij) verafschuwde
(wij) verafschuwen(wij) verafschuwden
(jullie) verafschuwen(jullie) verafschuwden
(gij) verafschuwt(gij) verafschuwdet
(zij) verafschuwen(zij) verafschuwden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verafschuwe(dat ik) verafschuwde
(dat jij) verafschuwe(dat jij) verafschuwde
(dat hij) verafschuwe(dat hij) verafschuwde
(dat wij) verafschuwen(dat wij) verafschuwden
(dat jullie) verafschuwen(dat jullie) verafschuwden
(dat gij) verafschuwet(dat gij) verafschuwdet
(dat zij) verafschuwen(dat zij) verafschuwden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verafschuwverafschuwt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verafschuwend, verafschuwende(hebben) verafschuwd

Gebrauchsbeispiele

Martin Beck verafschuwde persconferenties.

Übersetzungen

Deutschaus ganzer Seele hassen
Esperantomalamegi