Information über das Wort toeschieten (Niederländisch → Esperanto: alkuri)

Synonyme: aansnellen, toelopen, toesnellen, komen aanhollen, komen aanrennen

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) schiet toe(ik) schoot toe
(jij) schiet toe(jij) schoot toe
(hij) schiet toe(hij) schoot toe
(wij) schieten toe(wij) schoten toe
(jullie) schieten toe(jullie) schoten toe
(gij) schiet toe(gij) schoot toe
(zij) schieten toe(zij) schoten toe
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) toeschiete(dat ik) toeschote
(dat jij) toeschiete(dat jij) toeschote
(dat hij) toeschiete(dat hij) toeschote
(dat wij) toeschieten(dat wij) toeschoten
(dat jullie) toeschieten(dat jullie) toeschoten
(dat gij) toeschietet(dat gij) toeschotet
(dat zij) toeschieten(dat zij) toeschoten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
schiet toeschiet toe
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
toeschietend, toeschietende(zijn) toegeschoten

Übersetzungen

Deutschhinzulaufen; herbeilaufen; heranlaufen
Englischcome running
Esperantoalkuri
Französischaccourir
Spanischacudir
Ungarischodafut; odarohan; odaszalad