Information über das Wort aarden (Niederländisch → Esperanto: kutimiĝi)

Synonyme: gewend raken, wennen, gewennen

WortartVerb
Aussprache/ˈaːrdə(n)/
Trennungaar·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) aard(ik) aardde
(jij) aardt(jij) aardde
(hij) aardt(hij) aardde
(wij) aarden(wij) aardden
(jullie) aarden(jullie) aardden
(gij) aardt(gij) aarddet
(zij) aarden(zij) aardden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aarde(dat ik) aardde
(dat jij) aarde(dat jij) aardde
(dat hij) aarde(dat hij) aardde
(dat wij) aarden(dat wij) aardden
(dat jullie) aarden(dat jullie) aardden
(dat gij) aardet(dat gij) aarddet
(dat zij) aarden(dat zij) aardden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aardend, aardende(zijn) geaard

Übersetzungen

Deutschsich gewöhnen
Englischaccustom oneself; get used; become accustomed; acclimatize
Esperantokutimiĝi; alkutimiĝi
Französischs’accoutumer
Italienischabituarsi; avvezzarsi
Niederdeutschwennen
Papiamentokustumá
Spanischacostumbrarse; habituarse
Suaheli‐zoea
Türkischalışmak
Westfriesischaardzje; wenne