Information über das Wort concluderen (Niederländisch → Esperanto: konkludi)

Synonyme: afleiden, besluiten, een gevolgtrekking maken, opmaken, tot de slotsom komen

WortartVerb
Aussprache/kɔŋklyˈderə(n)/
Trennungcon·clu·de·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) concludeer(ik) concludeerde
(jij) concludeert(jij) concludeerde
(hij) concludeert(hij) concludeerde
(wij) concluderen(wij) concludeerden
(jullie) concluderen(jullie) concludeerden
(gij) concludeert(gij) concludeerdet
(zij) concluderen(zij) concludeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) concludere(dat ik) concludeerde
(dat jij) concludere(dat jij) concludeerde
(dat hij) concludere(dat hij) concludeerde
(dat wij) concluderen(dat wij) concludeerden
(dat jullie) concluderen(dat jullie) concludeerden
(dat gij) concluderet(dat gij) concludeerdet
(dat zij) concluderen(dat zij) concludeerden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
concluderend, concluderende(hebben) geconcludeerd

Gebrauchsbeispiele

Daaruit concludeerde hij terecht dat de Aarde geen volmaakte bol kon zijn.
Alles, concludeerde Sam Peebles later, was de schuld van die verdomde acrobaat.

Übersetzungen

Dänischslutte
Deutschfolgern; schließen; den Schluß ziehen; schlußfolgen
Englischinfer; conclude
Esperantokonkludi
Färöerischkoma til niðurløgu
Finnischtehdä johtopäätös
Französischconclure
Italienischconcludere; dedurre
Katalanischconcloure
Papiamentokonklú
Portugiesischconcluir; depreender; tirar conclusão de
Rumänischdetermina
Saterfriesischfoulgerje; sluute
Spanischconcluir; sacar conclusión