Information über das Wort verbijsteren (Niederländisch → Esperanto: konfuzegi)

WortartVerb
Aussprache/vərˈbɛi̯stərə(n)/
Trennungver·bijs·te·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verbijster(ik) verbijsterde
(jij) verbijstert(jij) verbijsterde
(hij) verbijstert(hij) verbijsterde
(wij) verbijsteren(wij) verbijsterden
(jullie) verbijsteren(jullie) verbijsterden
(gij) verbijstert(gij) verbijsterdet
(zij) verbijsteren(zij) verbijsterden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verbijstere(dat ik) verbijsterde
(dat jij) verbijstere(dat jij) verbijsterde
(dat hij) verbijstere(dat hij) verbijsterde
(dat wij) verbijsteren(dat wij) verbijsterden
(dat jullie) verbijsteren(dat jullie) verbijsterden
(dat gij) verbijsteret(dat gij) verbijsterdet
(dat zij) verbijsteren(dat zij) verbijsterden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verbijsterverbijstert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verbijsterend, verbijsterende(hebben) verbijsterd

Übersetzungen

Deutschvöllig durcheinanderbringen; aufs Äußerste verwirren
Englischpuzzle
Esperantokonfuzegi
Französischabasourdir