Information über das Wort ineenvoegen (Niederländisch → Esperanto: junti)

Synonyme: ineensluiten, voegen

WortartVerb
Aussprache/ɪˈnenvuɣə(n)/
Trennungin·een·voe·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) voeg ineen(ik) voegde ineen
(jij) voegt ineen(jij) voegde ineen
(hij) voegt ineen(hij) voegde ineen
(wij) voegen ineen(wij) voegden ineen
(jullie) voegen ineen(jullie) voegden ineen
(gij) voegt ineen(gij) voegdet ineen
(zij) voegen ineen(zij) voegden ineen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) ineenvoege(dat ik) ineenvoegde
(dat jij) ineenvoege(dat jij) ineenvoegde
(dat hij) ineenvoege(dat hij) ineenvoegde
(dat wij) ineenvoegen(dat wij) ineenvoegden
(dat jullie) ineenvoegen(dat jullie) ineenvoegden
(dat gij) ineenvoeget(dat gij) ineenvoegdet
(dat zij) ineenvoegen(dat zij) ineenvoegden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
voeg ineenvoegt ineen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
ineenvoegend, ineenvoegende(hebben) ineengevoegd

Übersetzungen

Deutschverbinden; zusammenfügen
Esperantojunti