Information über das Wort inwijden (Niederländisch → Esperanto: inici)

Synonym: initiëren

WortartVerb
Aussprache/ɪnˈʋɛi̯də(n)/
Trennungin·wij·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) wijd in(ik) wijdde in
(jij) wijdt in(jij) wijdde in
(hij) wijdt in(hij) wijdde in
(wij) wijden in(wij) wijdden in
(jullie) wijden in(jullie) wijdden in
(gij) wijdt in(gij) wijddet in
(zij) wijden in(zij) wijdden in
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) inwijde(dat ik) inwijdde
(dat jij) inwijde(dat jij) inwijdde
(dat hij) inwijde(dat hij) inwijdde
(dat wij) inwijden(dat wij) inwijdden
(dat jullie) inwijden(dat jullie) inwijdden
(dat gij) inwijdet(dat gij) inwijddet
(dat zij) inwijden(dat zij) inwijdden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
wijd inwijdt in
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
inwijdend, inwijdende(hebben) ingewijd

Gebrauchsbeispiele

Het werd tijd dat de oudste verder werd ingewijd in de familiegeheimen.

Übersetzungen

Deutscheinweihen; einführen
Englischinitiate
Esperantoinici; adeptigi
Spanischiniciar