Information über das Wort bedruipen (Niederländisch → Esperanto: gutmalsekigi)

WortartVerb
Aussprache/bəˈdrœy̯pə(n)/
Trennungbe·drui·pen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) bedruip(ik) bedroop
(jij) bedruipt(jij) bedroop
(hij) bedruipt(hij) bedroop
(wij) bedruipen(wij) bedropen
(jullie) bedruipen(jullie) bedropen
(gij) bedruipt(gij) bedroopt
(zij) bedruipen(zij) bedropen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) bedruipe(dat ik) bedrope
(dat jij) bedruipe(dat jij) bedrope
(dat hij) bedruipe(dat hij) bedrope
(dat wij) bedruipen(dat wij) bedropen
(dat jullie) bedruipen(dat jullie) bedropen
(dat gij) bedruipet(dat gij) bedropet
(dat zij) bedruipen(dat zij) bedropen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
bedruipbedruipt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bedruipend, bedruipende(hebben) bedropen

Übersetzungen

Englischbaste
Esperantogutmalsekigi