Information über das Wort zaadschieten (Niederländisch → Esperanto: grajniĝi)

Synonyme: in het zaad schieten, openspringen, schieten

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) schiet zaad(ik) schoot zaad
(jij) schiet zaad(jij) schoot zaad
(hij) schiet zaad(hij) schoot zaad
(wij) schieten zaad(wij) schoten zaad
(jullie) schieten zaad(jullie) schoten zaad
(gij) schiet zaad(gij) schoot zaad
(zij) schieten zaad(zij) schoten zaad
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) zaadschiete(dat ik) zaadschote
(dat jij) zaadschiete(dat jij) zaadschote
(dat hij) zaadschiete(dat hij) zaadschote
(dat wij) zaadschieten(dat wij) zaadschoten
(dat jullie) zaadschieten(dat jullie) zaadschoten
(dat gij) zaadschietet(dat gij) zaadschotet
(dat zij) zaadschieten(dat zij) zaadschoten
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
zaadschietend, zaadschietende(hebben) zaadgeschoten

Übersetzungen

Deutschsich körnen
Esperantograjniĝi