Information über das Wort wegwissen (Niederländisch → Esperanto: forviŝi)

Synonyme: uitvegen, uitwissen, wegvagen, wegvegen, uitvagen

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) wis weg(ik) wiste weg
(jij) wist weg(jij) wiste weg
(hij) wist weg(hij) wiste weg
(wij) wissen weg(wij) wisten weg
(jullie) wissen weg(jullie) wisten weg
(gij) wist weg(gij) wistet weg
(zij) wissen weg(zij) wisten weg
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wegwisse(dat ik) wegwiste
(dat jij) wegwisse(dat jij) wegwiste
(dat hij) wegwisse(dat hij) wegwiste
(dat wij) wegwissen(dat wij) wegwisten
(dat jullie) wegwissen(dat jullie) wegwisten
(dat gij) wegwisset(dat gij) wegwistet
(dat zij) wegwissen(dat zij) wegwisten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
wis wegwist weg
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wegwissend, wegwissende(hebben) weggewist

Übersetzungen

Englischdelete; erase; wipe; wipe out; efface
Esperantoforviŝi; elviŝi
Französischeffacer
Portugiesischapagar; limpar; varrer