Information über das Wort ontruimen (Niederländisch → Esperanto: evakui)

Synonym: evacueren

WortartVerb
Aussprache/ɔntˈrœy̯̯mə(n)/
Trennungont·rui·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) ontruim(ik) ontruimde
(jij) ontruimt(jij) ontruimde
(hij) ontruimt(hij) ontruimde
(wij) ontruimen(wij) ontruimden
(jullie) ontruimen(jullie) ontruimden
(gij) ontruimt(gij) ontruimdet
(zij) ontruimen(zij) ontruimden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) ontruime(dat ik) ontruimde
(dat jij) ontruime(dat jij) ontruimde
(dat hij) ontruime(dat hij) ontruimde
(dat wij) ontruimen(dat wij) ontruimden
(dat jullie) ontruimen(dat jullie) ontruimden
(dat gij) ontruimet(dat gij) ontruimdet
(dat zij) ontruimen(dat zij) ontruimden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
ontruimontruimt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
ontruimend, ontruimende(hebben) ontruimd

Gebrauchsbeispiele

Daarna worden ze ontruimd.
Vorig jaar is het dorp ontruimd door het leger.
Alle dertig woonboten tussen de Maas en de Zuid‐Willemsvaart in de wijk Boschpoort zijn daarom ontruimd.
Op IJsland is de noodtoestand uitgeroepen en is besloten het vissersdorp Grindavík, op zo’n 50 kilometer van de hoofdstad Reykjavík, volledig te ontruimen.
Ik eis dat die flat onmiddelijk ontruimd wordt!
Ontruim het zo spoedig mogelijk.
Maar die zullen ze moeten ontruimen, en wel ogenblikkelijk.

Übersetzungen

Deutschevakuieren; räumen; aussiedeln
Englischevacuate
Esperantoevakui
Papiamentoevakuá
Portugiesischevacuar
Rumänischevacua
Spanischevacuar
Westfriesischevakuearje