Information über das Wort 'binnenlaten' [dut] (epo: enlasi)

Synonyme: inlaten, opnemen

Konjugation

Indikativ
Präsens	Präterium
(ik) laat binnen	(ik) liet binnen
(jij) laat binnen	(jij) liet binnen
(hij) laat binnen	(hij) liet binnen
(wij) laten binnen	(wij) lieten binnen
(jullie) laten binnen	(jullie) lieten binnen
(gij) laat binnen	(gij) liet binnen
(zij) laten binnen	(zij) lieten binnen
Konjunktiv
Präsens	Präterium
(dat ik) binnenlate	(dat ik) binnenliete
(dat jij) binnenlate	(dat jij) binnenliete
(dat hij) binnenlate	(dat hij) binnenliete
(dat wij) binnenlaten	(dat wij) binnenlieten
(dat jullie) binnenlaten	(dat jullie) binnenlieten
(dat gij) binnenlatet	(dat gij) binnenlietet
(dat zij) binnenlaten	(dat zij) binnenlieten
Imperativ
Einzahl/Mehrzahl	Mehrzahl
laat binnen	laat binnen
Partizipien
Präsenspartizip	Perfektpartizip
binnenlatend, binnenlatende	(hebben) binnengelaten