Information über das Wort uitstallen (Niederländisch → Esperanto: elmontri)

Synonyme: blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitkramen

WortartVerb
Aussprache/ˈœy̯̯tstɑlə(n)/
Trennunguit·stal·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) stal uit(ik) stalde uit
(jij) stalt uit(jij) stalde uit
(hij) stalt uit(hij) stalde uit
(wij) stallen uit(wij) stalden uit
(jullie) stallen uit(jullie) stalden uit
(gij) stalt uit(gij) staldet uit
(zij) stallen uit(zij) stalden uit
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) uitstalle(dat ik) uitstalde
(dat jij) uitstalle(dat jij) uitstalde
(dat hij) uitstalle(dat hij) uitstalde
(dat wij) uitstallen(dat wij) uitstalden
(dat jullie) uitstallen(dat jullie) uitstalden
(dat gij) uitstallet(dat gij) uitstaldet
(dat zij) uitstallen(dat zij) uitstalden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
stal uitstalt uit
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
uitstallend, uitstallende(hebben) uitgestald

Übersetzungen

Deutschvorzeigen
Englischdemonstrate; evidence; exhibit; manifest
Esperantoelmontri
Spanischexponer