Information über das Wort wegwerken (Niederländisch → Esperanto: elimini)

Synonyme: elimineren, uit de weg ruimen, uitschakelen, verwijderen

WortartVerb
Aussprache/ˈʋɛxʋɛrkə(n)/
Trennungweg·wer·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) werk weg(ik) werkte weg
(jij) werkt weg(jij) werkte weg
(hij) werkt weg(hij) werkte weg
(wij) werken weg(wij) werkten weg
(jullie) werken weg(jullie) werkten weg
(gij) werkt weg(gij) werktet weg
(zij) werken weg(zij) werkten weg
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wegwerke(dat ik) wegwerkte
(dat jij) wegwerke(dat jij) wegwerkte
(dat hij) wegwerke(dat hij) wegwerkte
(dat wij) wegwerken(dat wij) wegwerkten
(dat jullie) wegwerken(dat jullie) wegwerkten
(dat gij) wegwerket(dat gij) wegwerktet
(dat zij) wegwerken(dat zij) wegwerkten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
werk wegwerkt weg
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wegwerkend, wegwerkende(hebben) weggewerkt

Gebrauchsbeispiele

Toen alles was opgeruimd, werden de sporen zorgvuldig weggewerkt.

Übersetzungen

Deutschausschalten; ausstoßen; eliminieren; wegschaffen; ausscheiden; absondern; kaltstellen; beseitigen; aus dem Weg räumen; ausmerzen
Englischeliminate
Esperantoelimini
Italienischeliminare
Katalanischeliminar
Portugiesischafastar; eliminar; expulsar
Saterfriesischeliminierje; uutschaltje; uutskaltje; uutsteete; wächschafje; wächskafje
Spanischeliminar