Information über das Wort vertrekken (Niederländisch → Esperanto: tordiĝi)

WortartVerb
Aussprache/vərˈtrɛkə(n)/
Trennungver·trek·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(het) vertrekt(het) vertrok
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat het) vertrekke(dat het) vertrokke
Perfektpartizip
(zijn) vertrokken

Gebrauchsbeispiele

Cugels gezicht vertrok en hij huiverde.

Übersetzungen

Esperantotordiĝi