Information über das Wort tevoren (Niederländisch → Esperanto: antaŭe)

Synonyme: eertijds, daarvoor, voorheen, eerder, indertijd, vroeger, vooraan, voordien

WortartAdverb
Aussprache/təˈvoːrə(n)/
Trennungte·vo·ren

Gebrauchsbeispiele

Tevoren kan er veel gebeuren.
De stilte leek nog dieper dan tevoren.
De stenen raasden neer op de plek waar de twee een moment tevoren nog hadden gestaan, maar het daverende lawaai ging verloren in het gedonder van de aardbeving.
Omstreeks drie maanden tevoren had Thomas ’s nachts niet kunnen slapen.
De functionaris die tevoren met Reith had gesproken, was er niet bij.

Übersetzungen

Afrikaansvroeër
Deutschfrüher; vorher; zuvor
Englischbefore; previously
Esperantoantaŭe
Niederdeutscheyrtyds; dårvöär; vroger; eyrder
Scotsafore
Spanischantes