Information über das Wort betalen (Niederländisch → Esperanto: pagi)

Synonym: voldoen

WortartVerb
Aussprache/bəˈtalə(n)/
Trennungbe·ta·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) betaal(ik) betaalde
(jij) betaalt(jij) betaalde
(hij) betaalt(hij) betaalde
(wij) betalen(wij) betaalden
(jullie) betalen(jullie) betaalden
(gij) betaalt(gij) betaaldet
(zij) betalen(zij) betaalden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) betale(dat ik) betaalde
(dat jij) betale(dat jij) betaalde
(dat hij) betale(dat hij) betaalde
(dat wij) betalen(dat wij) betaalden
(dat jullie) betalen(dat jullie) betaalden
(dat gij) betalet(dat gij) betaaldet
(dat zij) betalen(dat zij) betaalden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
betaalbetaalt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
betalend, betalende(hebben) betaald

Gebrauchsbeispiele

Janssen heeft de rekening niet betaald omdat hij vindt dat Ranonkel Hoveniers het werk niet goed heeft uitgevoerd.
Matje betaalde het bier en stond vijf minuten laten in de regen op straat.
De ontvanger is verplicht om aangifte te doen en betaalt meestal ook de schenkbelasting.
De vis wordt duur betaald.

Übersetzungen

Afrikaansbetaal; terugbetaal; vereffen
Deutschbezahlen; zahlen
Englischpay; pay for
Esperantopagi
Westfriesischbetelje