Information über das Wort rand (Niederländisch → Esperanto: rando)

Synonyme: kant, boord, zoom

WortartSubstantiv
Aussprache/rɑnt/
Trennungrand

Gebrauchsbeispiele

Hij liet de jongen aan de kant van de kloof lopen en toen ze heel dicht bij de rand waren, gaf hij hem een duw, zodat hij in de diepte stortte.
Het huis stond aan de rand van het dorp.

Übersetzungen

Esperantorando
Niederdeutschrand