Information über das Wort vroeger (Niederländisch → Esperanto: antaŭe)

Synonyme: eertijds, daarvoor, tevoren, voorheen, eerder, indertijd, vooraan, voordien

WortartAdverb
Aussprache/ˈvruɣər/
Trennungvroe·ger

Gebrauchsbeispiele

Vroeger wilde ik ook de wereld verbeteren.
Vroeger had je ’m beslist ordinair gevonden, pa.
Zo was het vroeger toch niet.
Jullie hadden vroeger toch een president, die Krokko heette?

Übersetzungen

Afrikaansvroeër
Deutschfrüher; vorher; zuvor
Englischpreviously
Esperantoantaŭe
Niederdeutscheyrtyds; dårvöär; vroger; eyrder
Scotsafore
Spanischantes