Information über das Wort natuur (Niederländisch → Esperanto: naturo)

Synonyme: geaardheid, aard, karakter

WortartSubstantiv
Aussprache/naˈtyːr/
Trennungna·tuur

Gebrauchsbeispiele

Dat ligt in de natuur der dingen.
Ik heb nog veel te leren aangaande de menselijke natuur.
Het gaat tegen mijn natuur in.
U hebt een gevoelige natuur.
Maar het lag niet in zijn natuur om zich kalm te onderwerpen aan het lot dat ze hem hadden toegedacht.
Hoe licht komen zwakkere naturen niet in de verleiding om er met zo’n buit vandoor te gaan?
Gelooft u dat de natuur van de mens overal dezelfde is?

Übersetzungen

Afrikaansnatuur
DeutschNatur
Englischnature
Esperantonaturo
Niederdeutschnatuur; natüür
Westfriesischnatuer