Information über das Wort destijds (Niederländisch → Esperanto: tiam)

Synonyme: dan, toen, toentertijd, te dier tijd, toenmaals

WortartAdverb
Aussprache/ˈdɛstɛi̯ts/
Trennungdes·tijds

Gebrauchsbeispiele

Ik heb op hem gestemd destijds.
Vertel me eens, jongeman, wat is er destijds gezegd?
Een Poolse rechter heeft de moordenaar van Paweł Adamowicz, destijds burgemeester van Gdańsk, levenslang gegeven.

Übersetzungen

Afrikaansdestyds; dan; toe
Dänischda
Deutschdann; derzeit; damals
Englischthen; at that time; at the time; back then
Esperantotiam; tiutempe
Französischalors
Kabylischimir‐nni
Lateintum
Luxemburgischdann
Niederdeutschdotyds
Papiamentoanto; antó
Saterfriesischdan; deerätter; do; domoals
Spanischentonces; estonces
Thaiก็
Westfriesischdoe; destiids; doedestiden; doedestiids