Information über das Wort wegruimen (Niederländisch → Esperanto: forigi la manĝilaron)

Synonyme: afnemen, afruimen

WortartVerb
Aussprache/ˈʋɛɡrœy̯mə(n)/
Trennungweg·rui·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) ruim weg(ik) ruimde weg
(jij) ruimt weg(jij) ruimde weg
(hij) ruimt weg(hij) ruimde weg
(wij) ruimen weg(wij) ruimden weg
(jullie) ruimen weg(jullie) ruimden weg
(gij) ruimt weg(gij) ruimdet weg
(zij) ruimen weg(zij) ruimden weg
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wegruime(dat ik) wegruimde
(dat jij) wegruime(dat jij) wegruimde
(dat hij) wegruime(dat hij) wegruimde
(dat wij) wegruimen(dat wij) wegruimden
(dat jullie) wegruimen(dat jullie) wegruimden
(dat gij) wegruimet(dat gij) wegruimdet
(dat zij) wegruimen(dat zij) wegruimden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
ruim wegruimt weg
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wegruimend, wegruimende(hebben) weggeruimd

Gebrauchsbeispiele

Dan kan Jane komen wegruimen.

Übersetzungen

Deutschabräumen
Englischclear away
Esperantoforigi la manĝilaron
Saterfriesischouruumje
Spanischrecoger la mesa
Westfriesischôfrêde