Information über das Wort wegkappen (Niederländisch → Esperanto: forhaki)

Synonym: weghakken

WortartVerb
Aussprache/ˈʋɛxkɑpə(n)/
Trennungweg·kap·pen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) kap weg(ik) kapte weg
(jij) kapt weg(jij) kapte weg
(hij) kapt weg(hij) kapte weg
(wij) kappen weg(wij) kapten weg
(jullie) kappen weg(jullie) kapten weg
(gij) kapt weg(gij) kaptet weg
(zij) kappen weg(zij) kapten weg
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wegkappe(dat ik) wegkapte
(dat jij) wegkappe(dat jij) wegkapte
(dat hij) wegkappe(dat hij) wegkapte
(dat wij) wegkappen(dat wij) wegkapten
(dat jullie) wegkappen(dat jullie) wegkapten
(dat gij) wegkappet(dat gij) wegkaptet
(dat zij) wegkappen(dat zij) wegkapten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
kap wegkapt weg
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wegkappend, wegkappende(hebben) weggekapt

Gebrauchsbeispiele

Hier en daar waren de palmbomen weggekapt en op die plaatsen groeide een gewas dat aan graan deed denken.

Übersetzungen

Deutschabhacken; weghacken
Esperantoforhaki