Information über das Wort zijne (Niederländisch → Esperanto: lia)

Wortartpossessives Pronomen
Aussprache/ˈzɛi̯nə/
Trennungzij·ne

Gebrauchsbeispiele

Brand was nogal traag toen hij de zijne van me aannam.
Mistra zat op de bank met haar glas en het zijne op de tafel voor haar.
Ik trok mijn wapen niet, omdat hij het zijne niet had getrokken.
Ook kapitein King werd niet meer door de zijnen gehoorzaamd!

Übersetzungen

Afrikaanssyne
Dänischhans
Englischhis
Esperantolia
Französischsien; à lui
Jamaikanisches Kreolischfi im
Papiamentodi dje
Russischего
Schwedischhans
Suaheli‐ake
Westfriesischsines