Information über das Wort doorwórstelen (Niederländisch → Esperanto: superi)

Synonyme: overkómen, overtreffen, te boven gaan, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven, te boven komen, overstijgen, surpasseren

WortartVerb
Aussprache/dorˈʋɔrstələ(n)/
Trennungdoor·wor·ste·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) doorworstel(ik) doorworstelde
(jij) doorworstelt(jij) doorworstelde
(hij) doorworstelt(hij) doorworstelde
(wij) doorworstelen(wij) doorworstelden
(jullie) doorworstelen(jullie) doorworstelden
(gij) doorworstelt(gij) doorworsteldet
(zij) doorworstelen(zij) doorworstelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) doorwórstele(dat ik) doorworstelde
(dat jij) doorwórstele(dat jij) doorworstelde
(dat hij) doorwórstele(dat hij) doorworstelde
(dat wij) doorworstelen(dat wij) doorworstelden
(dat jullie) doorworstelen(dat jullie) doorworstelden
(dat gij) doorworstelet(dat gij) doorworsteldet
(dat zij) doorworstelen(dat zij) doorworstelden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
doorworsteldoorworstelt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
doorworstelend, doorworstelende(hebben) doorworsteld

Gebrauchsbeispiele

Vele moeilijkheden hebt gij doorworsteld.