Information über das Wort verhoeden (Niederländisch → Esperanto: preventi)

Synonym: voorkómen

WortartVerb
Aussprache/vərˈɦudə(n)/
Trennungver·hoe·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verhoed(ik) verhoedde
(jij) verhoedt(jij) verhoedde
(hij) verhoedt(hij) verhoedde
(wij) verhoeden(wij) verhoedden
(jullie) verhoeden(jullie) verhoedden
(gij) verhoedt(gij) verhoeddet
(zij) verhoeden(zij) verhoedden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verhoede(dat ik) verhoedde
(dat jij) verhoede(dat jij) verhoedde
(dat hij) verhoede(dat hij) verhoedde
(dat wij) verhoeden(dat wij) verhoedden
(dat jullie) verhoeden(dat jullie) verhoedden
(dat gij) verhoedet(dat gij) verhoeddet
(dat zij) verhoeden(dat zij) verhoedden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verhoedverhoedt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verhoedend, verhoedende(hebben) verhoed

Gebrauchsbeispiele

Mogen de goden dat verhoeden.

Übersetzungen

Afrikaanskeer; verhoed
Deutschvorbeugen; verhüten
Englischprevent
Esperantopreventi; antaŭhaltigi; averti
Französischempêcher; prévenir
Lateinantevenire; antevertere; prohibere
Papiamentoprevení
Spanischprevenir