Information über das Wort inlijven (Niederländisch → Esperanto: aneksi)

Synonym: annexeren

WortartVerb
Aussprache/ˈɪnlɛi̯və(n)/
Trennungin·lij·ven

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) lijf in(ik) lijfde in
(jij) lijft in(jij) lijfde in
(hij) lijft in(hij) lijfde in
(wij) lijven in(wij) lijfden in
(jullie) lijven in(jullie) lijfden in
(gij) lijft in(gij) lijfdet in
(zij) lijven in(zij) lijfden in
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) inlijve(dat ik) inlijfde
(dat jij) inlijve(dat jij) inlijfde
(dat hij) inlijve(dat hij) inlijfde
(dat wij) inlijven(dat wij) inlijfden
(dat jullie) inlijven(dat jullie) inlijfden
(dat gij) inlijvet(dat gij) inlijfdet
(dat zij) inlijven(dat zij) inlijfden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
lijf inlijft in
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
inlijvend, inlijvende(hebben) ingelijfd

Gebrauchsbeispiele

Dat Oekraïense schiereiland werd in maart door Rusland ingelijfd.
In het begin van de 3e eeuw voor Christus lijfde Carthago Sicilië in maar verloor het al snel weer.
Omdat er nu olie en goud in Essequibo is gevonden, wil Venezuela ons inlijven.

Übersetzungen

Afrikaansannekseer
Deutschannektieren; einverleiben; anfügen; beifügen; anhängen; sich einverleiben
Englischannex; incorporate
Esperantoaneksi
Färöerischinnlima
Katalanischannexar; annexionar
Portugiesischanexar; incorporar a
Saterfriesischannektierje
Spanischanexar; anexionar
Westfriesischanneksearje; ynliivje