Information über das Wort afstrijden (Niederländisch → Esperanto: kontesti)

Synonyme: aanvechten, bestrijden, betwisten, tegenspreken, ter discussie stellen

WortartVerb
Aussprache/ˈɑfstrɛi̯də(n)/
Trennungaf·strij·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) strijd af(ik) streed af
(jij) strijdt af(jij) streed af
(hij) strijdt af(hij) streed af
(wij) strijden af(wij) streden af
(jullie) strijden af(jullie) streden af
(gij) strijdt af(gij) streedt af
(zij) strijden af(zij) streden af
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) afstrijde(dat ik) afstrede
(dat jij) afstrijde(dat jij) afstrede
(dat hij) afstrijde(dat hij) afstrede
(dat wij) afstrijden(dat wij) afstreden
(dat jullie) afstrijden(dat jullie) afstreden
(dat gij) afstrijdet(dat gij) afstredet
(dat zij) afstrijden(dat zij) afstreden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
strijd afstrijdt af
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
afstrijdend, afstrijdende(hebben) afgestreden

Gebrauchsbeispiele

Ja, dat wil ik niet afstrijden.

Übersetzungen

Deutschabstreiten; bestreiten
Englischchallenge; question; contest; dispute; protest; controvert
Esperantokontesti; pridisputi
Färöerischmótmæla
Französischcontester; disputer
Italienischcontestare; disputare
Katalanischimpugnar; objectar
Spanischcontradecir; discutir; objetar