Information über das Wort pikken (Niederländisch → Esperanto: ŝteleti)

Synonyme: snaaien, wegpikken

WortartVerb
Aussprache/ˈpɪkə(n)/
Trennungpik·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) pik(ik) pikte
(jij) pikt(jij) pikte
(hij) pikt(hij) pikte
(wij) pikken(wij) pikten
(jullie) pikken(jullie) pikten
(gij) pikt(gij) piktet
(zij) pikken(zij) pikten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) pikke(dat ik) pikte
(dat jij) pikke(dat jij) pikte
(dat hij) pikke(dat hij) pikte
(dat wij) pikken(dat wij) pikten
(dat jullie) pikken(dat jullie) pikten
(dat gij) pikket(dat gij) piktet
(dat zij) pikken(dat zij) pikten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
pikpikt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
pikkend, pikkende(hebben) gepikt

Übersetzungen

Englischpinch
Esperantoŝteleti