Information über das Wort rendabel (Niederländisch → Esperanto: profitiga)

Synonyme: lonend, profijtelijk, voordelig, winstgevend

WortartAdjektief
Aussprache/rɛnˈdabəl/
Trennungren·da·bel

Komparation

Positiverendabel
Komparativrendabeler
Superlativrendabelst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativrendabelrendabeler(het) rendabelst, (het) rendabelste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlrendabelerendabelererendabelste
Sächlicher Einzahlrendabelrendabelerrendabelst
Mehrzahlrendabelerendabelererendabelste
Bestimmtrendabelerendabelererendabelste
Partitivrendabelsrendabelers 

Gebrauchsbeispiele

Door een combinatie van hogere vermogensbelastingen en het aan banden leggen van huren zou woningverhuur niet meer rendabel zijn.

Übersetzungen

Deutschrentabel
Englischprofitable
Esperantoprofitiga; profitdona
Luxemburgischrentabel