Information über das Wort toornig (Niederländisch → Esperanto: kolere)

Synonyme: nijdig, gramstorig, kwaad, vergramd, boos

WortartAdverb
Aussprache/ˈtornəx/
Trennungtoor·nig

Gebrauchsbeispiele

Hij stond op, nam jas en hoed en begaf zich naar beneden, waar zijn meester hem toornig tegemoet trad.
Hij kon niet uitspreken want zijn woorden ontstemden Horrel Hork, die hem toornig ter zijde stiet.
„Wat verbeeldt die Dorknoper zich wel?” mompelde hij toornig.

Übersetzungen

Englischangrily
Esperantokolere
Lateinira
Niederdeutschkwåd