Information über das Wort beschikken (Niederländisch → Esperanto: disponi)

Synonyme: beschikken over, disponeren

WortartVerb
Aussprache/bəˈsxɪkə(n)/
Trennungbe·schik·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) beschik(ik) beschikte
(jij) beschikt(jij) beschikte
(hij) beschikt(hij) beschikte
(wij) beschikken(wij) beschikten
(jullie) beschikken(jullie) beschikten
(gij) beschikt(gij) beschiktet
(zij) beschikken(zij) beschikten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) beschikke(dat ik) beschikte
(dat jij) beschikke(dat jij) beschikte
(dat hij) beschikke(dat hij) beschikte
(dat wij) beschikken(dat wij) beschikten
(dat jullie) beschikken(dat jullie) beschikten
(dat gij) beschikket(dat gij) beschiktet
(dat zij) beschikken(dat zij) beschikten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
beschikbeschikt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
beschikkend, beschikkende(hebben) beschikt

Gebrauchsbeispiele

Iedereen die beschikt over het normale gebruik van zijn stem en opgegroeid is in normale omstandigheden, kan spreken.
De bevolking bekommerde zich er nauwelijks om of de koning die over hun lot beschikte nu huisde in het sombere Khemi of in het schitterende Aghrapur.

Übersetzungen

Deutschdisponieren; verfügen; walten; zu seiner Verfügung haben; anordnen; bestimmen
Englischhave available; have at one’s disposal
Esperantodisponi
Färöerischráða yvir
Französischdisposer; disposer de
Italienischdisporre
Katalanischdisposar
Papiamentodisponé
Polnischdysponować
Portugiesischdispor de; ter à disposição
Saterfriesischdisponierje; ferföigje; waltje
Spanischdisponer; usar
Ungarischdiszponál