Information über das Wort die (Niederländisch → Esperanto: tiu)

Wortartunbekannte Wortart
Aussprache/di/
Trennungdie

Gebrauchsbeispiele

De koning had ook drie zoons en die waren nog dommer dan hij.
Die vangen wij.
Die doet alleen maar wat hem wordt opgedragen.
Ik weet niet of ik die voor je heb.
Die is in ieder geval volstrekt niet te vertrouwen.
Wat zou die hier zoeken?
Die denken vandaag niet aan gevaar.
Die zien dat direct.
Die is op het ogenblik in mijn dienst.
Bekijkt u die eens, eer ik u meer vertel.
Ook die verdween in de richting van Reeuwijk.
Wat heeft die met uw toestand te maken?
Die waren naar Quito gekomen om hun steun uit te spreken aan het staatshoofd.
Ja, dat had ik al opgemaakt toen hij aan tafel was.
Ik wil weten of die nog een kamp heeft opgeslagen.
Die leeft nog.
Als die zijn pistool dan aan Joe geeft, zijn we allemaal gewapend.
Nou, die heeft bij mij passage geboekt!
Michel zal je die bezorgen.
Jazeker, dien ken ik héél goed!

Übersetzungen

Afrikaansdaardie een
Albanischai; ajo; kjo; këta
Deutschder; jener
Englischthat one
Englisch (Altenglisch)se
Esperantotiu
Französischcelui‐là
Griechischεκείνος
Jamaikanisches Kreolischdat‐de wan; dat‐de
Scotsthat
Westfriesischdy