Information über das Wort documenteren (Niederländisch → Esperanto: dokumenti)

Synonym: boekstaven

WortartVerb
Aussprache/dokymɛnˈterə(n)/
Trennungdo·cu·men·te·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) documenteer(ik) documenteerde
(jij) documenteert(jij) documenteerde
(hij) documenteert(hij) documenteerde
(wij) documenteren(wij) documenteerden
(jullie) documenteren(jullie) documenteerden
(gij) documenteert(gij) documenteerdet
(zij) documenteren(zij) documenteerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) documentere(dat ik) documenteerde
(dat jij) documentere(dat jij) documenteerde
(dat hij) documentere(dat hij) documenteerde
(dat wij) documenteren(dat wij) documenteerden
(dat jullie) documenteren(dat jullie) documenteerden
(dat gij) documenteret(dat gij) documenteerdet
(dat zij) documenteren(dat zij) documenteerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
documenteerdocumenteert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
documenterend, documenterende(hebben) gedocumenteerd

Übersetzungen

Deutschbelegen; dokumentieren; urkundlich belegen
Englischdocument
Esperantodokumenti
Papiamentodokumentá
Westfriesischdokumintearje