Information über das Wort sturen (Niederländisch → Esperanto: stiri)

Synonym: besturen

WortartVerb
Aussprache/ˈstyːrə(n)/
Trennungstu·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) stuur(ik) stuurde
(jij) stuurt(jij) stuurde
(hij) stuurt(hij) stuurde
(wij) sturen(wij) stuurden
(jullie) sturen(jullie) stuurden
(gij) stuurt(gij) stuurdet
(zij) sturen(zij) stuurden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) sture(dat ik) stuurde
(dat jij) sture(dat jij) stuurde
(dat hij) sture(dat hij) stuurde
(dat wij) sturen(dat wij) stuurden
(dat jullie) sturen(dat jullie) stuurden
(dat gij) sturet(dat gij) stuurdet
(dat zij) sturen(dat zij) stuurden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
stuurstuurt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
sturend, sturende(hebben) gestuurd

Gebrauchsbeispiele

Op aanwijzing van de loods stuurde de kapitein zijn Marica naar een aanlegsteiger bij een stenen gebouw zonder ramen.
De sturende heer bewolkte, en het was duidelijk dat een scherpe terechtwijzing hem op de tong lag.

Übersetzungen

Afrikaansbestuur
Dänischstyrre
Englischsteer; drive
Esperantostiri; konduki
Französischconduire; diriger; piloter
Katalanischconduir
Portugiesischconduzir; dirigir; guiar
Spanischconducir