Information über das Wort verzwikken (Niederländisch → Esperanto: distordi)

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verzwik(ik) verzwikte
(jij) verzwikt(jij) verzwikte
(hij) verzwikt(hij) verzwikte
(wij) verzwikken(wij) verzwikten
(jullie) verzwikken(jullie) verzwikten
(gij) verzwikt(gij) verzwiktet
(zij) verzwikken(zij) verzwikten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verzwikke(dat ik) verzwikte
(dat jij) verzwikke(dat jij) verzwikte
(dat hij) verzwikke(dat hij) verzwikte
(dat wij) verzwikken(dat wij) verzwikten
(dat jullie) verzwikken(dat jullie) verzwikten
(dat gij) verzwikket(dat gij) verzwiktet
(dat zij) verzwikken(dat zij) verzwikten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verzwikverzwikt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verzwikkend, verzwikkende(hebben) verzwikt

Übersetzungen

Deutschverstauchen; verzerren; verdrehen
Englischwrench
Esperantodistordi
Portugiesischcontorcer; distorcer