Information über das Wort nabijkomen (Niederländisch → Esperanto: proksimiĝi)

Synonyme: naderbij komen, nader treden

WortartVerb
Aussprache/naˈbɛi̯komə(n)/
Trennungna·bij·ko·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) bijkom na(ik) bijkwam na
(jij) bijkomt na(jij) bijkwam na
(hij) bijkomt na(hij) bijkwam na
(wij) bijkomen na(wij) bijkwamen na
(jullie) bijkomen na(jullie) bijkwamen na
(gij) bijkomt na(gij) bijkwaamt na
(zij) bijkomen na(zij) bijkwamen na
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) nabijkome(dat ik) nabijkwame
(dat jij) nabijkome(dat jij) nabijkwame
(dat hij) nabijkome(dat hij) nabijkwame
(dat wij) nabijkomen(dat wij) nabijkwamen
(dat jullie) nabijkomen(dat jullie) nabijkwamen
(dat gij) nabijkomet(dat gij) nabijkwamet
(dat zij) nabijkomen(dat zij) nabijkwamen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
kom nabijkomt nabij
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
nabijkomend, nabijkomende(zijn) nabijgekomen

Gebrauchsbeispiele

Het einde van alle dingen is nabijgekomen.

Übersetzungen

Afrikaansnaderkom
Albanischafrohem
Deutschbevorstehen; herankommen
Englischapproach; come close
Esperantoproksimiĝi; alproksimiĝi
Färöerischnærkast
Französischs’approcher
Polnischzbliżyć się
Portugiesischaproximar‐se
Saterfriesischbefoarstounde